Would be world traveler – Colca Cañon
In de zomer van 2012 trokken echtgenoot en ik richting Peru. Onze eerste maal Zuid-Amerika en dat is toen uitermate goed meegevallen.
We deden een rondreis van Lima tot de jungle.
Onderweg kwamen we ook de Colca Cañon tegen. Met zijn ca. 3200 m diepte is hij twee maal zo diep als de Grand Canyon in Noord-Amerika en absoluut prachtig. De vallei van de Colca is een kleurrijke Andean valley die ideaal is voor het spotten van condors, reusachtige vogels met een spanwijdte van gemakkelijk 2m! Ook prachtige maar moeilijk te vinden kolibries kan je hier tegen komen.
Wij trokken richting Colca Cañon vanuit Arequipa met een gammel busje, een tocht van zo’n 200 kilometer langs prachtige bergen en vulkanen. We stegen voor onze eerste stop aan de voet van vulkaan ‘Chachani’ maar liefst 1600 m in hoogte. We maakten een plaspauze aan een verlaten cafeetje op 3900 m boven de zeespiegel en dronken er heilzame ‘triple tea’ (met coca, chachacoma en muña). Ook choqueerden we onze gids wanneer we vertelden hoe laag boven de zeespiegel België wel ligt.
Een beetje verder werd halt gehouden om vicuña’s te spotten. Vicuña’s behoren tot de alpaca familie, maar zijn de wilde variant en tegenwoordig zeldzaam. Ze hebben de zachtste wol en zijn daarom helaas gegeerd. In Peru zijn ze, denk ik, ondertussen beschermd.
Op het reisje richting Colca cañon zouden we ook het hoogste punt van onze reis passeren. Het busje maakte een korte tussenstop op maar liefst 4900 m boven de zeespiegel, op het uitkijkpunt ‘Patapampa’. Buiten een klein beetje ‘drukhoofdpijn’ bij Echtgenoot, ging ons dat goed af. Zo lang we maar rustig aan bewogen en ons niet te veel voorover bogen. Er staat ook een steen met bewijs van de hoogte, maar toen lieten jammer genoeg de batterijen van onze camera het afweten! Typisch!
Uiteindelijk kwamen we aan in Chivay, een stadje in de Colca vallei, op een hoogte van ongeveer 3600 m boven de zeespiegel. We konden eventjes opfrissen in ons hotel en gingen dan op weg om te gaan zwemmen in de thermale baden. Een natuurlijke, zwavelrijke warmwaterbron, La Calera, is hier gebruikt om grote buitenbaden te vullen. De bron zelf is uiteraard te warm, maar het water in de baden is ongeveer 39°C, warm genoeg om zelfs Echtgenoot in het water te krijgen. Na het zwemmen genoten we van een lekker avondmaal in de stad en een Colca sour, een lokale, zuurdere variant op het bekende drankje Pisco sour.
Ons hotel:
Chivay:
De thermale baden:
Na een korte nacht, zouden we om 6u richting de eigenlijke vallei trekken en condors gaan spotten aan het welbekende Cruz del Condor.
Na vele bochtige wegen met ons gammele busje langs prachtige vergezichten, kwamen we aan bij Cruz del Condor. Hét uitkijkpunt bij uitstek voor het spotten van condors. We moesten er even op wachten, maar het laatste half uur van onze stop kregen we ze dan toch te zien: enorme vogels die langs ons heen zweefden. Moeilijk te fotograferen, maar de moeite om te zien.
We maakten nog een trektocht langs de cañon om de fauna en flora te bewonderen. Ons geluk kon niet op toen we nog wat condors kregen te zien én zelfs een kolibrie! Onze hike voerde ons langs rotsen en velden en vooral ook grote cactussen. Eén van deze cactussen bleek een populaire vrucht te bezitten. Deze vrucht, de sancayo, lijkt binnenin een beetje op kiwi maar is erg zuur. Ik durfde proeven en vond het best lekker. Het is ook deze vrucht die gebruikt wordt in de Colca sour cocktail.
Sancaya:
Op het einde van deze korte trektocht (we hadden enorm spijt dat we geen driedaagse hike door de vallei hadden gedaan), bevonden we ons aan nog een uitkijkpunt. En hier hadden we een adembenemend zicht op de vallei. Niet het meest groene moment voor de vallei (het was toen al augustus), maar niettemin prachtig om te zien. Als ik de foto’s bekijk, nu nog, beneemt het me nog steeds de adem. Ik ben er nog zo verliefd op en hoop ooit eens terug te gaan.
Eén woord: ‘wauw!’
Als deze cañon nog niet op je bucket list stond, dan hoop ik alvast dat dat nu wel het geval is…